Putten als een pro
Clutch Putt
Voor de golfer die wil scoren is de putter van levensbelang. In de "scoring zone", waarmee het gebied van 100 yards rond de hole wordt aangeduid, bepaalt de putter 42 procent van uw score. Toch wordt de putter nog vaak alleen op gevoel gekocht en niet met het verstand. De laatste jaren leggen golfmerken en professionals steeds meer de nadruk op de putter dynamica en de putting techniek. Men is er van overtuigd dat er nog veel winst te halen is uit het perfectioneren van het materiaal en de kwaliteit van het eindspel. Maar weinig golfers slaan een perfecte drive of maken een strakke en gecontroleerde approach slag. Putten als een touring pro ligt echter binnen ieders bereik en kan iedereen (ongeacht zijn handicap) leren.
Putters in beeld
Putters zijn hot! Niet eerder was er zoveel aandacht voor de techniek van het putten. Golfclub fabrikanten ontwikkelen nieuwe oversized putters met een hoog MOI, heel–toe weighting, ingenieuze face–balancing systemen, originele oplijnhulpjes, hightech insert materialen en bijzondere clubface afwerkingen. Opmerkelijk is ook de groeiende aandacht voor putter training en instructie, club– en in het bijzonder putter fitting. Met het fitten van putters dient u voorzichtig te zijn. Lang niet iedere fitter weet hoe je een putter op de juiste lengte moet maken (als dit al nodig is!) en wat deze modificatie bijvoorbeeld doet met het swingweight of de balans van de putter in kwestie. Putters kunnen variëren in lengte van 33 tot 36 inch. De gemiddelde lengte voor een standaard putter is 35 inch. Tourpro's prefereren een korte putter van 34 inch of zelfs minder. Dit komt mede omdat zij de armen het liefst ver uitstrekken om ongewenste handbewegingen in hun puttingslag te elimineren. Korter betekent voor de pro vooral meer stabiliteit en controle.
Un peu nerveux?
Het vinden van de voor u meest geschikte putter is geen eenvoudige opgave. Als u eenmaal een keuze heeft gemaakt is dit bovendien statistisch gezien niet voor lange tijd. Van alle clubs in de golferstas worden de driver en de putter het meest frequent vervangen. Putters zijn er in alle soorten, maten en uitvoeringen. Bij het kiezen van het juiste model putter is het van belang te weten wat voor type speler u bent. U kunt kiezen voor conventionele puttermodellen, de zogeheten "Belly" putters of de "Long putter" modellen. Als u weinig of geen pols actie heeft, over een goede set–up en stalen zenuwen beschikt dan bent u geknipt voor de conventionele putter. De Belly putter is speciaal bedoeld om een derde contactpunt te creëren in de set–up. De twee handen en een punt op de onderbuik geven de Belly putter golfer meer stabiliteit en balans in zijn of haar puttingslag. De putter wordt dicht tegen het lichaam gehouden waardoor de polsen beter kunnen worden gecontroleerd.
Belly putters hebben een langere shaft (minder afstand controle) en een dikkere grip (minder feel). De Long putters maken van uw puttingslag een echte pendule–beweging. Pols actie wordt vrijwel geheel geëlimineerd. De Long putters, met single of dual grip, worden gebruikt vanuit een upright stance, geven u nog minder feel en maken het schatten van afstanden nog een ietsje moeilijker. Toch is de Long putter soms het enige redmiddel voor een golfer met serieuze problemen bij het controleren van zijn puttingslag. Het wel of niet toestaan van deze speciale putters is al lange tijd een punt van discussie bij de USGA en R&A. Voorlopig zijn de putters nog steeds "conforming".
Laat het gewicht het werk doen
Er zijn verschillende typen putters. De "face balanced" mallets (halve maanvormig) en rechte "heel-toe weighted" exemplaren worden gebruikt door de overgrote meerderheid van de golfers en bevorderen een recht naar achteren en rechtvoorruit puttingslag. Blade putters zijn voorbehouden aan top amateurs en professional golfers, dus die hoeft u eigenlijk niet eens te overwegen. De heel en toe gewichtsverdeling in een standaard putter verplaatst de massa parallel aan de grond gedurende de hele putting stroke. De shaft en het swingpad echter buigen tegelijkertijd tussen de 10 tot 23 graden (en meer) af van de 90 graden verticale startpositie. De putter maakt een afbuigende beweging tijdens de stroke waarbij hij horizontaal een flauwe boog maakt. In de backswing is de putterkop binnen de lijn naar het doel.
Het putter slagvlak staat dan iets open ten opzichte van deze lijn. Idealiter blijft de putter face gedurende de hele swing loodrecht staan ten opzichte van het boogvormige swingpad. Het slagvlak staat open, sluit vervolgens en komt terug in de neutrale square positie. Op het moment dat de bal het slagvlak raakt moet het gewicht in de toe zich sneller verplaatsen dan het gewicht in de heel. Het gewicht in de toe staat verder van u en van het "centre of rotation" af en moet een grotere afstand overbruggen en zich sneller verplaatsen dan het gewicht in de heel. De heel en toe verschillen in snelheid variëren afhankelijk van de afstand die u met de putter moet overbruggen. Als een putter geen rekening zou houden met deze variabelen zou het bijzonder moeilijk zijn om de putter face telkens weer square te krijgen bij impact. Alle putter merken hebben daarom een gewicht distributiesysteem om de putter optimaal in balans te krijgen. De gebruikte technieken en methoden kunnen flink van elkaar verschillen maar hebben hetzelfde einddoel: een putter maken die een licht gebogen slingerbeweging (pendulum stroke) heeft en een slagvlak dat square is bij impact. Terug
- Contact! Het karakteristieke van een putter wordt voor een groot deel bepaald door het type slagvlak. Er zijn gladde en gegroefde CNC–en "precision milled–metalen slagvlakken, uit verschillende componenten opgebouwde exemplaren en tal van combinaties met insert materialen als rubber en kunststof. Het slagvlak bepaalt ondermeer of een putter zacht of hard aanvoelt bij impact. Wat het beste is in uw situatie is afhankelijk van uw gevoel. De plaats van de insert markeert de sweetspot van de putter en speelt in sommige gevallen een rol bij de gewichtsverdeling in de putter kop. Wat nog al eens vergeten wordt is dat een putter slagvlak een verticale en een horizontale sweetspot heeft. De golfbal heeft een diameter van 1.68 inch. Om de sweetspot van uw putter contact te laten maken met het exacte midden van de golfbal moet de putter dus 0.84 inch boven de grond hangen.
- Blijf op de lijn. Niets is zo belangrijk als het goed oplijnen van uw putter. Alles staat of valt met uw set–up, de positie van de clubface, het gekozen pad naar het doel en de kwaliteit van uw slag. Om het oplijnen te vergemakkelijken zijn de meeste putters voorzien van oplijn hulpjes en zichtlijnen. Voor veel golfers is een putter met een offset hosel het handigst. Met een putter met offset hosel heeft u èn het oog boven de bal èn goed zicht op uw lijn naar het doel. Wanneer u moeite heeft met het op de juiste wijze oplijnen of met het schatten van de lengte naar het doel dan zijn er tal van "teaching aids" verkrijgbaar waarmee u deze specifieke onderdelen kunt oefenen. Ook de teaching professionals spelen tegenwoordig in op de wens van de golfer om het putten verder te perfectioneren. Er zijn in Nederland meerdere internationaal geschoolde en gediplomeerde putting instructeurs.
- De bal moet rollen. De sole van de putter moet parallel staan ten opzichte van de ondergrond tijdens uw putting slag (flat to the ground). Dit wordt mede bepaald door de hoek waaronder de shaft in de putterkop is bevestigd (lie angle). Als uw putter niet parallel staat ten opzichte van de ondergrond is het zeer moeilijk om de bal recht te laten rollen. Voordat u besluit om de lie angle van uw putter aan te laten passen moet u controleren of u bij het maken van uw putterslag wel met de ogen boven de bal staat. Om de bal op de juiste wijze te laten rollen hebben putters, net als ijzers en houten, loft. Voor een putter hanteert men een loft van vier graden. Als in een neutrale positie de loft hoger of lager is dan vier graden zal de bal gaan stuiteren in plaats van te rollen. Wanneer de handen voor de bal zijn bij impact moet er in de regel loft bij. Zijn de handen achter de bal dan moet er loft af. De ideale positie is wanneer beide handen loodrecht staan ten opzichte van de bal bij impact. "True roll" van de bal wordt tevens verkregen door aanpassingen op het slagvlak. Sommige puttermerken zoeken het in de dempingkarakteristiek en de densiteit van het te gebruiken materiaal, andere creëren een face oppervlak dat de bal als het ware "grijpt" om de voorwaartse rolbeweging direct in te zetten.